Als je belegt moet je belasting betalen, de fiscus maakt geen onderscheid tussen een spaarrekening en een beleggingsrekening. Deze vallen allebei in box 3, dit is de box waarin het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen wordt berekend. Als je belegt in specifieke producten voor bijvoorbeeld het aflossen van je hypotheek of het opbouwen van je pensioen, dan gelden andere regels.
Er zijn wel vrijstellingen die je toe kan passen in box 3. Je heb te maken met het heffingsvrij vermogen. Het heffingsvrij vermogen is 20.315 Euro. Doe je aangifte met je partner dan kun je het heffingsvrije vermogen van je partner meetellen.
Als je met de gemiddelde waarde van je vermogen boven het heffingsvrije vermogen uit komt, dan geld voor het bedrag wat je er boven komt een vermogensrendementheffing van 1,2%.
Rekenvoorbeeld:
Sjaak Belegt in aandelenkapitaal
Waarde van de beleggingen op 01-01 50.000,- en op 31-12 75.000,-
De belasting die dan afgedragen moet worden is;
Gemiddeld saldo: 125.000,- / 2 = 62.500,-
Hier gaat van af het heffingsvrije vermogen van 20.315,-
dan blijft er over 42.185,-
1,2% * 42.185,- = 506,22
Sjaak moet dus 506,22 aan inkomstenbelasting betalen aan de fiscus
Voor je eventuele minderjarige kinderen mag je een extra vrijstelling van 2.715 per kind in mindering brengen en 65-plussers kunnen rekenen op een vrijstelling tot maximaal 26.892,- en dit is inkomensafhankelijk.